Wim Geysen – Grens

Van Halewyck
248
Recensie-exemplaar, bedankt Van Halewyck!

Blurb:
Sofie staat bij de kruidenier. Ze wil net haar bestelling doorgeven als ze plots de man achter zich herkent. In paniek rent ze de winkel uit. De nietsvermoedende man achter haar schrikt van haar reactie. Tot het ook bij hem begint te dagen ...
Met deze ontmoeting begint Grens, een aangrijpend verhaal over een verloren vriendschap, liefde, waarden en onuitgesproken geheimen, seksualiteit en de schaduwkant ervan. Grens neemt de lezer mee in de wereld van Sofie, die misbruikt werd toen ze negen was. Tegelijk maak je ook kennis met Ruben, de pleger. Die beseft - nu hij zelf een dochter heeft - wat hij op zijn zeventiende aanrichtte. Net zoals Sofie is ook hij getekend voor het leven.
Negen van de tien keer word ik vrolijk van lezen. Maar soms komt het voor dat een verhaal mij ontevreden, maar vooral boos achterlaat. En dat tweede is precies gebeurd bij Grens. Begrijp me niet verkeerd: ik ben niet ontevreden of boos omdat ik het boek slecht vind. Ik ben juist boos omdat dit onderwerp oneerlijk en gruwelijk is, iets wat Geysen goed naar voren heeft weten te brengen.
Aangezien het boek maar 147 pagina’s telt, is Grens een verhaal dat je makkelijk in een avondje leest. Het boek opent sterk: Sofie, het vrouwelijke hoofdpersonage, loopt per ongeluk de man tegen het lijf die haar jaren geleden heeft verkracht. De paniek en angst die Sofie voelde wordt ongelooflijk sterk naar voren gebracht; je voelt haar wanhoop en de drang om te ontsnappen, ondanks dat haar lichaam plots aan de grond genageld lijkt te zijn.
Ademhalen. Diep ademhalen. Pijn in mijn borst, mijn longen. Kou, overal kou. Mijn zolen kleven vast aan de tegels. Omhoog die voet. Omdraaien. Voorzichtig omdraaien. Stap. En nog. Stap.
Grens focust heel erg op de dader, Ruben. In het boek kijk je terug op het leven van beide personages op verschillende leeftijden. Soms een beetje verwarrend, maar als je goed de hoofdstuktitels in de gaten houdt, dan is het prima te volgen. Ruben zijn perspectief vond ik wat overheersen, vooral omdat ik Sofie juist het interessantste personage vind. Daarnaast had ik soms het gevoel dat wij, de lezers, medeleven met Ruben zouden moeten hebben. Ja, dikke doei. Ik wens die man heel veel dingen toe, waarvan niks positiefs. Seksueel misbruik is nóóit goed te praten.
Wat ik erg confronterend vond, waren de momenten waarop duidelijk naar voren komt dat Sofie verkracht is, al heeft zij dat nog niet uitgesproken. (Ze is nog erg jong als het gebeurt.) Als lezer weet je waarom ze bepaalde dingen doet, maar de ouders tasten in het donker. Hartverscheurend. Serieus.
Klein. Ik ben nog zo klein. Ik zak ineen op de grond, sla mijn armen om mijn knieën. Ik open mijn mond, schreeuw zonder geluid. Het water kolkt en zuigt mij met zich mee. Gillend verdwijn ik in het afvoerputje.
Het boek vond ik wat op de vlakte blijven, wat voornamelijk te maken heeft met het aantal bladzijden. We hebben het hier over een zwaar, vreselijk onderwerp; dat is gewoon niet in 147 pagina’s te persen. De pagina’s die Geysen heeft, benut hij echter goed. Alhoewel: de hoofdstukken van Ruben had hij wat mij betreft achterwege mogen laten, want juist Sofie ging mij aan het hart. Maar dat is natuurlijk een persoonlijk iets.
Ik gok dat dit boek vooral bedoeld is om ogen te openen, gesprekken te starten en mensen de moed te geven om hun diepste geheimen in openbaarheid te brengen. En daar is het boek, denk ik, succesvol in. Toch heb ik ergens het gevoel dat dit boek eerder daders moed geeft om iets toe te geven, dan dat het slachtoffers moed geeft om zich uit te spreken. En dat vind ik jammer.
Het klinkt inderdaad nogal zielig dat de dader pas beseft wat voor schade hij heeft aangericht, wanneer hij zelf een dochter heeft.